Sorteren:
Sorteren:
Filter
Schaken en dammen zijn beide populaire bordspellen die gespeeld worden door twee spelers. Hoewel beide spellen strategische elementen hebben en een bord met zwarte en witte vakjes gebruiken, zijn ze toch heel verschillend.
Schaken wordt gespeeld met 16 stukken per speler, waaronder een koning, een dame, twee torens, twee paarden, twee lopers en acht pionnen. Elk stuk heeft zijn eigen manier van bewegen en het doel is om de koning van de tegenstander schaakmat te zetten, wat betekent dat hij nergens meer naartoe kan zonder dat hij schaak blijft staan. Het spel draait om het maken van slimme zetten, het beschermen van je eigen stukken en het plannen van aanvallen op de stukken van je tegenstander.
Dammen daarentegen wordt gespeeld met 20 stukken per speler, waaronder twaalf gewone stukken en acht stukken die de koning worden genoemd. Het bord heeft 100 vakjes en de stukken worden op de zwarte vakjes geplaatst. In tegenstelling tot schaken mogen stukken niet schuin bewegen en mogen ze alleen diagonaal springen als ze een vijandelijk stuk slaan. Het doel is om alle stukken van de tegenstander te slaan of hem te blokkeren zodat hij geen zet meer kan doen.
Beide spellen hebben een lange geschiedenis en zijn populair over de hele wereld. Ze worden beschouwd als klassieke denkspellen en worden vaak gebruikt als onderdeel van trainingen voor de geest.